Oorlogsherinneringen Wereldoorlog II

J.F.A. van de Wall (1898-1884) was mijn Opa. Hij was kapitein in het KNIL. Op 15 februari 1942 heeft hij de olievindplaatsen bij Djambi op Sumatra laten vernielen. De olie mocht niet in handen vallen van de oprukkende Japanners. Na de overgave aan Japan is Jef van de Wall ondergedoken. Zes weken zwierf hij door het oerwoud van Atjeh. Hij wilde vluchten naar Singapore om van daaruit samen met de Engelsen de strijd voort te zetten. Dat is niet gelukt. Jef heeft zich moeten overgeven en hij werd krijgsgevangen genomen. Zijn vrouw Jeannette verbleef in die tijd samen met hun kinderen Mea, Sonja en Jef in interneringskampen. Na de oorlog is het gezin herenigd. Jef van de Wall is na de oorlog eervol, maar onvrijwillig uit het leger ontslagen. Daarbij is hem ten onrechte het verwijt gemaakt dat hij de olievindplaatsen te vroeg zou hebben laten vernielen. In 1983 heeft dr. R. de Bruin (NIOD) op basis van onderzoek vastgesteld dat de oliebronnen in Djambi door kapitein van de Wall wel degelijk ‘te rechter tijd’ zijn vernield. In 1977 heeft mijn Opa zijn verhaal op papier gezet.