De vloek van Edelfi

Voor het elfje Viooltje is het leven in het Krakelwoud niet gemakkelijk. Haar familie is arm en daar wordt ze op school vaak mee gepest. Het woud waar ze woont is een gevaarlijke plek, zeker voor een elfje dat nog geen vleugels heeft. Uilen en wolven jagen regelmatig op elfen. Ook moet Viooltje uitkijken voor troebels. Dit zijn wezentjes zo groot als elfen. Ze hebben geen vleugels, maar wel een staart. Elfen en troebels zijn gezworen vijanden. Maar niets of niemand is zo eng als Grijze Tand. Dit oud elfenvrouwtje kan niet praten en regelmatig jaagt ze iedereen de stuipen op het lijf met haar gruwelijk gekrijs. Haar vleugels zijn dik en grijs, waardoor het vrouwtje onmogelijk kan vliegen. Hoe het komt dat haar vleugels er zo uitzien? Dat weet niemand. Maar de elfen blijven voor de zekerheid uit de buurt van het vrouwtje. Stel je voor dat het besmettelijk is. Met haar vrienden komt Viooltje er achter dat honderden jaren geleden een machtige koningin in het Krakelwoud gewoond heeft. Maar op een dag verdween deze elfenkoningin, samen met haar hele paleis. Ondanks alle gevaren gaan Viooltje en haar vrienden op pad, om het verdwenen paleis van koningin Edelfi terug te vinden.