Wonen op de Nieuwe Uitlegginge

Na het afbreken van het Papenbolwerk werd ten zuiden van de Grote Kerk een haven gegraven, die naar de ‘Stadsfabryck’ Maarten van der Pijpen het Maartensgat werd genoemd. Tegenwoordig zouden we zo’n functionaris directeur van Openbare Werken noemen. Er ontstond een gebied dat de 'Nieuwe Uijtlegginge' werd genoemd. Werken en wonen gingen hier hand-in-hand. Zo voorzagen mastmakers er schepen van nieuwe masten en liepen de mazelaars of zakkendragers op en af naar hun onderkomen, het nog bestaande Mazelaarshuisje. Aan het begin van de 20e eeuw liet de ijzerhandelaar Daniël Brand drie woningen slopen en op dezelfde plek tien huizen bouwen, waar Maartensgat 25 er één van is. Na de sloop van een meelfabriek kreeg dit huis vrij uitzicht op het Maartensgat, dat van een houthaven veranderde in een jachthaven.