Van notariaat tot kappersaffaire

In de zestiende eeuw staan er op de hoek van de Korte Breestraat met de Vriesestraat drie éénkamerwoningen gesticht door Sarijs van Slingeland: een liefdadigheidsinstelling en markant oriëntatiepunt bij deze studie. Het naastgelegen pand is in 1577 eigendom van de kleermaker Jan Otten. Dat huis droeg vanouds de naam ‘de Wildbaen’. In 1718 wordt het pand ingericht als notariskantoor voor de zoon van de predikant Lodewijk Dögen. Zijn erfgenaam verkoopt het aan de overgrootvader van de zeeschilder J.C. Schotel. De architect Johannes Reus (1839-1917) is in deze woning geboren. In 1886 wordt het pand gesloopt en herbouwd door meester-metselaar J.C. Schotel. Het wordt dan als kruidenierswinkel in gebruik genomen. Vanaf 1901 zou het gedurende zeventig jaar als tapijtenmagazijn in gebruik zijn. Thans is er de kappersaffaire van Van Pelt Kappers in gevestigd.