Daar zal geen nacht zijn

Van der Sluijs begon zijn biografie te schrijven toen hij tachtig jaar oud was. Hij begon zijn schrijfwerk als autobiografie en liet het als vanzelf overgaan in dagboeknotities. In het begin zijn er vele notities per maand. De frequentie waarmee hij schrijft, neemt echter steeds meer af, tot een enkele notitie om de paar maanden en een laatste notitie een enkele week voor zijn overlijden in zijn vijfennegentigste levensjaar. Op een vlotte manier wist hij talloze gebeurtenissen en geestelijke overdenkingen op papier te zetten. Hoewel hij op een aantrekkelijke wijze zijn gedachten kon verwoorden, maakte het feit dat hij niet meer dan een lagere schoolopleiding genoten heeft een hertaling van zijn schrijfwerk noodzakelijk om het op een goede manier te kunnen lezen. Zijn zoon nam dit werk ter hand en schreef een verantwoording en voorwoord. Hij beëindigt de biografie van zijn vader met een epiloog en nawoord. Het boek omvat ruim vijfhonderd pagina's met een uitgebreide verwijzing naar bijna duizend Schriftplaatsen; de verwijsplaatsen worden per Bijbelboek gegroepeerd.